Separatie

Separatie

KC23-038 25 oktober 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Instelling : Pompestichting
Klachtnummer : KC23-038
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum ontvangst klacht : 11 oktober 2023
Datum hoorzitting : 20 oktober 2023
Datum beschikking : 25 oktober 2023

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX] (PVP)

 

[XX] (psychiater BIC/verweerder)

 

[XX] (voorzitter/jurist)

[XX] (psychiater)

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klacht

Separatie

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klager heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klachten te doen. De klacht ziet op een situatie die niet meer actueel is. Om die reden doet de klachtencommissie uitspraak binnen 4 weken na indiening van de klacht.

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 11 oktober 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg. Op 12 oktober 2023 zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klachten en uitgenodigd voor een hoorzitting.

 

De klachtencommissie heeft op 17 oktober 2023 het verweer ontvangen en de volgende dag doorgestuurd naar partijen.

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de gemotiveerde uitspraak uiterlijk op 08 november 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht en toelichting klacht;

-           Verweerschrift;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 01-06-2023;

-           Medische verklaring t.b.v. voorbereiding opheffing zorgmachtiging d.d. 27-07-2023;

-           Bevindingen GD d.d. 10-05--2023;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 04-08-2023;

-           Zorgplan/behandelplan d.d. 09-05-2023;

-           Behandelplan rehabilitatie en evaluatie behandelplan d.d. 30-06-2023;

-           Aftekenlijst depot;

-           Decursus en rapportage verpleegkundige periode 04-09-2023 t/m 13-10-2023.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met een schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.   

Het meest waarschijnlijk is dat er sprake is van een bipolaire stoornis. De commissie heeft geen reden hieraan te twijfelen.   

 

Klager is als 2-jarig kind met het gezin geëmigreerd naar [land]. Klager woont nu al jaren in [land] en was slecht voor een kortstondig bezoek in Nederland ten tijde van de opname.     

 

In de periode waarop de klacht betrekking heeft, ontving klager verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging ingaande op 01 juni 2023 en eindigend op 01 december 2023. Insluiting is onderdeel van de toegestane verplichte zorg.

 

 

Verslag van de hoorzitting

De voorzitter opent de vergadering en alle partijen stellen zich voor. Klager start zijn betoog met de mededeling dat hij een aanvullende klacht wil indienen tegen verweerder omdat hij het niet eens is met verwijzingen naar criminele acties die opgenomen zijn in zijn medisch dossier. De voorzitter geeft aan dat alleen de klacht over separatie tijdens de hoorzitting behandeld wordt. De aanvullende klacht valt onder de Wkkgz en kan door de zorginstelling zelf in behandeling worden genomen.

 

 

Standpunt van klager

Ten aanzien van de klacht over separatie licht klager toe dat hij zichzelf wilde beschermen tegen verplichte zorg. Klager heeft niemand iets aangedaan, geen schade veroorzaakt aan personen of goederen. Hij is tegen zijn wil opgenomen. Klager benoemt dat er opnieuw foutieve informatie staat in het verweer. ’Als de administratie al niet in orde is, hoe kan ik dan vertrouwen hebben in behandelaren’, vult klager aan. Het recht om zelf te beslissen is hem afgenomen door de zorgmachtiging. ‘Ik heb alleen nog mijn eigen gedachten’, verklaart hij.

 

PVP vult aan dat klager van mening is dat er een verkeerde diagnose is gesteld. De dwangmedicatie is direct toegediend na de uitspraak van de klachtencommissie. Klager is hierbij gefixeerd en heeft blauwe plekken opgelopen en een wond aan zijn hoofd. De klacht ziet op de toediening van het eerste depot. De keren daarna heeft klager zich alleen mondeling verzet, aldus PVP. Het verzet tegen verplichte medicatie is nog steeds aanwezig maar de klacht heeft betrekking op de insluiting die enorm pijnlijk was.

 

Standpunt verweerder

Verweerder licht toe dat er sprake was van heftig verzet bij de toediening van depotmedicatie. Om een veilige situatie te creëren was separatie nodig. Klager is zo snel mogelijk gedesepareerd. De insluiting heeft een uur geduurd, aldus verweerder. Hij benoemt dat er in de hectiek per abuis geen 8.9-brief aan klager is uitgereikt. Deze omissie wordt nog hersteld.  

 

In de documentatie wordt vermeld dat klager ‘vol in verzet was’. Verweerder licht toe dat hij niet aanwezig was tijdens het incident maar concludeert vanuit de decursus dat klager zich lichamelijk verzette tegen toediening van de injectie. Hierdoor was toediening niet mogelijk. Separatie was nodig na het zetten van de injectie om te de-escaleren. Er is toen ook rustgevende noodmedicatie toegediend. Daarmee is klager in slaap gevallen en een uur later is hij weer teruggebracht naar de afdeling.

Klager vertelt ter zitting dat hij op bed zat toen er 6 mensen zijn kamer binnenkwamen met de mededeling dat hij depot zou krijgen. De behandelaar was daarbij aanwezig en wilde de injectie onmiddellijk zetten. Dat was tegen de afspraak, aldus klager, waardoor hij direct in verzet ging. Klager heeft alleen geprobeerd zichzelf te verdedigen, vertelt hij. ‘Ze grepen me vast en verscheurden mijn bijbel’, vervolgt klager. Hij vond dit respectloos. Na de injectie was klager nog niet rustig. Hij lag op de grond met de 6 personen bovenop zich. Zijn lichaam deed pijn. Toen is er een spierverslapper ingespoten en is klager vervolgens over de vloer gesleept naar de separeer. De hele afdeling heeft dit kunnen zien, aldus klager.

 

In de tweede ronde vertelt klager dat hij ten onrechte in de gevangenis terecht is gekomen. Hij is daarna vrijgesproken van het delict waarvoor hij opgepakt was. Klager had verwacht dat het daarmee afgerond was en hij naar huis zou kunnen. Ondertussen zijn er al maanden voorbij gegaan en is klager nog steeds van zijn vrijheid beroofd. Hij wil zo snel mogelijk weg en terug naar Luxemburg.  

Verweerder licht toe dat er stappen gezet worden om klager te laten terugkeren naar huis.

 

Op een vraag van de voorzitter over de ontbrekende 8.9-brief antwoordt de PVP dat dit niet correct is gegaan maar dat het klager gaat om gehoord te worden. Het wel uitreiken van de aanzeggingsbrief haalt de essentie van de klacht niet weg, aldus PVP. Klager beaamt dit. Het gaat niet om de kleine details maar om de procedure. De voorzitter concludeert dat het ontbreken van de 8.9-brief niet wordt toegevoegd aan de klacht.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

 

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de uitvoering van de verplichte zorg en is gericht tegen de insluiting (separatie) zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en is ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

 

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man, opgenomen op de [afdeling] van de Pompestichting. Na de klachtzitting van 04 september 2023 is de [afdeling] direct gestart met het toedienen van het depot. Klager heeft zich daar tegen verzet, waarna hij in zijn kamer door 6 mensen op de grond is gelegd, 2 spuiten heeft gekregen en vervolgens over de vloer gesleept en in de separeer gelegd. Klager heeft daar een uur op zijn buik gelegen, kon zich niet meer verzetten en is vervolgens weer terug naar zijn kamer gebracht. Klager geeft aan dat het anders moest gaan, heeft een hoofdwond opgelopen en verschillende blauwe plekken. Hij is vernederd en voelt zich nergens meer veilig. Klager vraagt zich af waarom hij medicatie krijgt en ingesloten wordt terwijl het goed gaat met hem. Klager wil rectificatie op basis van art 16 + art 17 strafrecht. Hij vraagt zich af waarom hij is ingesloten in zijn kamer, zijn veilige plek. Het was niet nodig geweest om hem te separeren. Hij vraagt zich überhaupt af waarom separatie nog nodig was terwijl de medicatie al was toegediend.   

 

Verweerder geeft aan dat de verplichte zorg is uitgevoerd op 4 september 2023, direct na de uitspraak van de vorige klachtzitting. Klager vertoonde hierbij veel verzet wat gepaard ging met fysiek verzet. Klager is toen gesepareerd om de situatie beheersbaar te krijgen. Tijdens de fixatie om de dwangmedicatie toe te passen heeft betrokkene een kleine schaafwond opgelopen nadat hij zijn hoofd tegen de bedrand heeft gestoten. Na het toedienen van het depot, werd de behandeling hervat, klager bleef boos op psychiater. Onderbouwing om direct over te gaan naar het toepassen van dwangmedicatie na multidisciplinaire overleg is gebaseerd op risicomanagement, oplopende spanning in afwachting van het toedienen van depot kon agressie en/of prikkelbaarheid doen toenemen. Nog een week wachten was niet doelgericht en de inschatting was dat de weerstand tegen depotmedicatie bij langer wachten verder zou toenemen waarbij het vluchtgevaar niet uitgesloten was. Gezien het hevige verzet was het noodzakelijk om naast zijn depot, Temesta 4 mg i.m. toe te dienen voorafgaande aan de separatie. Om de veiligheid te waarborgen en tot een goede beoordeling te kunnen komen is klager onder hevige verzet gesepareerd. Een uur na de insluiting heeft de herbeoordeling plaatsgevonden waarbij hij weer in samenwerking was en afspraken kon maken. Voorafgaand aan de deseparatie zijn eerst de somatische controles en wondverzorging (schaafwond aan zijn hoofd/pleister) uitgevoerd. Totale separatieduur is 75 minuten geweest. In het uur dat betrokkene in de separeer zat, heeft hij op bed gelegen en leek te slapen onder invloed van de toegediende noodmedicatie.

 

 

 

Beoordeling van de commissie:

De commissie constateert, op basis van de documentatie en de hoorzitting, dat klager zich fysiek verzet heeft op het moment van toediening van het verplichte depot op 04 september jl.. Hierdoor is er sprake geweest van provocerend gedrag wat agressie van anderen oproept dan wel dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is gebracht door het verzet van klager. Omdat klager na toediening van de medicatie agressief bleef kan de commissie het besluit van behandelaar volgen om klager middels separatie tot rust te laten komen.

 

De commissie kan uit de overgelegde stukken volgen dat er diagnostisch wordt gedacht aan een ongespecificeerde schizofrenie spectrum stoornis of andere psychotische stoornis. Differentieel diagnostisch kan een schizoaffectieve stoornis, bipolaire type niet uitgesloten worden gezien de aanwezige affectieve component (maniforme kenmerken; grootheidsideeën, verhoogd associatief denken, breedsprakigheid). Het ontbreken van een hetero-anamnese (klager geeft geen toestemming om in contact te komen met zijn partner over zijn psychiatrische voorgeschiedenis) beperkt de mogelijkheid om de diagnostiek verder te verfijnen. De commissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnostische gedachte. Klager heeft geen ziekte-inzicht, en verklaart slechts onschuldig te zijn.  

 

Om het ernstig nadeel voor klager en zijn omgeving te beperken is de insluiting (separatie) als doelmatig beoordeeld, gezien het verzet van klager tegen de verplichte medicatie.

De commissie constateert dat verweerder heeft voldaan aan de proportionaliteit, evenredigheid, doelmatigheid en veiligheid: eisen gesteld aan verplichte zorg. 

 

Dit maakt dat de klacht jegens de insluiting ongegrond verklaard wordt.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de insluiting ongegrond.

 

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 25 oktober 2023

Aantal bladzijden: 5